zaterdag 12 juni 2010

Dag Lente, Hallo Overgang

De lente raakt over, zomer en herfst liggen in het verschiet. Lila laat dit lenteblog achter, maar blogt echter onverdroten voort, onderwijl haar vapeurs wegwapperend. Je kunt haar vinden op http://venusvido.blogspot.com

HUILEN

Ze huilt. Maar niet echt. Ze speelt dat ze huilt. 'Dat doet ze goed', denk ik. 'Zo herinner ik me haar van toen. Toen het niet goed ging met haar en haar werk.' Huilend, echt huilend zat ze daar terwijl wij wachtten. Tussen het snikken door praatte ze. Voor haar verweer lieten we haar alle ruimte. 'Natuurlijk, van beide kanten was er iets niet goed gegaan, maar het initiatief lag bij jou', was onze boodschap. 'Dat hoort bij je werk. Je hebt teveel steken laten vallen. Het gaat gewoon niet goed.'
Ze moest eens weten hoe nerveus wij zelf van te voren waren, voor dat gesprek. Maar we hielden ons rustig aan tafel. Kalm. Zoals onze rol dat van ons verlangde. Alle ruimte was voor haar op dat moment. Daarna ging ze weg en kwam niet meer terug.
Klaarblijkelijk is ze een andere richting ingeslagen. Een kant waarvan we toen al dachten, dat hij beter bij haar paste dan het managen van een complex project. Ze is bedrijfsacteur geworden. Een schitterend vak! Bewonderend bekijk ik haar foto in het tijdschrift en bestudeer haar betraande gezicht, haar houding. 'Het huilen is haar niet vergaan', denk ik, 'het huilen is haar niet vergaan.'

donderdag 10 juni 2010

The Chinese Way

Ik voel het: ik moet! Vanochtend al stak het rechtsonder in mijn buik. Signalen die er niet om logen. Omdat ik andere dingen aan mijn hoofd had, negeerde ik ze, de steken, me onderwijl realiserend dat ik 's avonds pas weer tijd zou hebben. Daarna zat ik uren achtereen in de trein. De reis leidde me af, onderweg trok het landschap aan me voorbij. Een betoverend landschap. En ik had zoveel om over na te denken, ik had zoveel aan mijn hoofd.
Na de treinreis volgde het vliegveld. Daar bleek het een chaos! Vertragingen leidden ertoe dat honderden passagiers al uren wachtten. Een kakafonie van stemmen, omroepers, gezang en zelfs fluitspel trad ons tegemoet. We gingen zitten en ineens voelde ik het weer: ik moet. Geen ontkomen aan nu, zeker nu een wachttijd van enkele uren in het verschiet lag, gevolgd door een vliegreis van vier uur en een zoektocht in het midden van de nacht naar een hotel.

Onrustig loop ik door de hallen, op zoek naar rust. Weg van de drukte! Ik vind rust, sluit me op en dan... dan staat er ineens een groep vrouwen voor mijn deur. Ik zie hun hooggehakte kleine voetjes heen en weer stappen. Ze kletsen, lachen en onderwijl gaan ze ombeurten naast mij zitten. Slechts een bordkartonnen wandje scheidt ons. 'Laat maar', denk ik, sta zuchtend op, bekijk mijn benauwde gezicht in de spiegels en keer terug naar man en zoon.

Om half drie landen we. Onderweg slaap ik als een Roos. Redelijk uitgerust belanden we met behulp van een paar snelle stadsjongens in een hotel vlakbij het vliegveld. Een vreselijk duur hotel naar 's lands begrippen. We worden genaaid en we weten het maar ja, we zijn verreisd en we willen slapen. Om zeven uur moeten we weer weg.
Man en zoon gaan buiten even roken en dan ineens voel ik het weer: ik moet! Terwijl ik van alles los gord onderweg ren ik, ga zitten en dan.... dan lukt het niet. Na een beloftevol begin stagneert het. Zweet staat op mijn voorhoofd. 'Oh, my God', denk ik, 'moet ik hier nu de hele nacht zo blijven zitten? Forget it! How to handle?' En dan ineens weet ik het: The Chinese Way. Ik ontdoe me van schoenen en broek, hurk, zeg 'uuuuuhhh' en zie daar....
Rest mij slechts een laatste handeling: het netjes deponeren, daar waar het hoort....

zaterdag 5 juni 2010

AARDEN


Zodra de schemer invalt klap ik mijn boek dicht en sta op. 'Tijd om weer iets te doen, Lila!' De hele dag was het te warm om te werken. Tientallen planten en plantjes wachten echter op een plek in mijn tuin. Vanaf gistermiddag ben ik bezig geweest met inslaan. Roze, paars en wit bloeiende planten kocht ik, tassen vol sleepte ik mee op de fiets. Een vrolijk gezicht moet dat geweest zijn, mijn fietstassen uitpuilend van de bloemen en planten, de tas om mijn schouder evenzo!

Ik kijk om me heen en bedenk mijn werk-volgorde. Voordat ik ga planten, zal ik eerst onkruid moeten verwijderen. Hele bossen Zevenblad scheur ik uit de grond. 'Grrutsj, grrutsj', met genoegen trek ik er het leven uit. De tuin schreeuwt om aandacht, nou, dan krijgt ie aandacht! Na deze moordpartij ziet het er weer een stuk meer uit als …. als tuin. Dan ga ik planten. Met mijn handen wroet ik door de aarde in de borders en in de grote potten. Gooi arme grond in de Kliko en pik eerst piepkleine ontluikende plantjes uit de potten. Plantjes van vorig jaar zijn dat. Die geef ik een plek in verse aarde.

Als alle planten een plek hebben, vul ik de vijver bij met water. Eigenlijk staat het veel te vol met riet en Lisdoddes, zie ik. De Lelies vallen weg, blijven achter in de groei. Dus eigenlijk moet ik riet steken, maar daar heb ik nu geen zin meer in. 'Het is mooi geweest. Laat de Doddes eerst maar bloeien, daarna kunnen we steken', stel ik vast.

Rond half elf ben ik klaar. Op de tuintafel staat een nieuwe lantaarn. Ook die kocht ik vandaag. Ik ontsteek een kaars, schenk me een kop groene Chinese thee in en kijk mijn tuin door. Het is goed zo, weer. Het is weer goed. Ik ben weer terug op aarde.

woensdag 2 juni 2010

MEEGEVOERD

Verward kijk ik om me heen: waar is iedereen? Geen kip te bekennen op het perron, hoe kan dat nou? Waar is de trein? Ik kijk op de stationsklok en zie wat er aan de hand is: het is tien over acht in plaats van acht uur. De trein is al een paar minuten geleden vertrokken. Mijn horloge staat op achter! Wat dom, hoe heb ik dat nu kunnen doen en hoe komt het dat ik er geen erg in heb gehad.
Ik ga er maar bij zitten, pak mijn krant uit de tas en lees. Het boeit me niet, ik blader snel door naar het eind. Na een minuut of vijf arriveert de trein, ik stap in, ga zitten, berg de krant op en staar. 'Nou, dit is het dan', denk ik, 'daar gaan we weer. Boemelen tot aan CS, daar moet ik nu noodgedwongen overstappen op de tram want ik mis mijn aansluitende trein. Ik zal veel te laat komen.' Eigenlijk interesseert het me helemaal niks. Dit is niet belangrijk, voel ik, er is geen ruimte in mijn hoofd om hierover te piekeren.
En ik denk aan mijn zoon, zo ver weg. Voor hem is het nu middag. Ik zie hem voor me: hij loopt door de stad, tussen de mensen, alleen nu, zonder ons. Mijn ogen prikken, snel zet ik mijn zonnebril op, peuter een snoepje uit het rolletje en stop dat in mijn mond. Mijn ademhaling komt weer tot rust. Ik duw mijn rug tegen de leuning, plant mijn voeten op de vloer en adem in, adem uit. Adem in, adem uit.... kijk zonder te zien. Verstolen veeg ik een traan weg.
Op CS dwaal ik wat rond, wacht zonder nadenken op een trein die niet komt, net zolang totdat ik me realiseer dat ik iets niet goed doe. Rustig verlaat ik het perron, koop een kaartje, loop naar de trams, stap in en laat me meevoeren door de stad.

vrijdag 30 april 2010

CHINADALI

Lieve Illalila-lezers. De komende maand blog ik op http://ChinaDali.blogspot.com ChinaDali is een blog waarop ik samen met Ruut en Koen schrijf over ons verblijf in China maar vooral ook over de ontmoeting met mijn oudste zoon Kenshi Jop.

In juni kom ik hier weer terug.

zaterdag 24 april 2010

DEVOTIE

Vertederd kijkt Lila naar de jongens voor het altaar. 'Wat prachtig', denkt ze, 'wat een hemelse stemmetjes nog.' Haar neefje staat midden vooraan. Dat is vanwege zijn stem en ook omdat hij klein is. De grotere jongens hebben zwaardere stemmen. Die staan achteraan.
Ze probeert hem tussen de andere stemmen uit te horen. Het lukt haar niet. 'Ach, straks is zijn solo', denkt ze en ontspant. Haar blik verplaatst zich. Bloemen ziet ze, veel bloemen en kaarsen, grote kaarsen. En een beeld van Maria met het kindje Jezus... 'Wat kijkt ze liefdevol', denkt Lila. Vol aandacht bestudeert ze de gezichtsuitdrukking. Er verschijnt een moederlijke glimlach op Lila's gezicht. Zelf merkt ze het niet maar haar neefje ziet het wel. Hij ziet hoe ze kijkt en zet zijn solo in. 'Voor Lila', denkt hij.
Plotseling hoort ze het: hij zingt! Haar neef. Zijn solo. Pas dan realiseert ze zich dat ze minutenlang gestaard moet hebben naar Maria. Lila vangt nog net zijn blik voordat hij weer naar de dirigent van het koor kijkt. Ze kijkt naar hem, naar haar neefje. En weer verandert haar blik...

donderdag 22 april 2010

UITSCHAKELEN

'Opgedonderd! Wegwezen nu! Vuile hoer!' De deur knalt, de ramen trillen in hun sponningen. Even blijf ik staan en staar naar de deur. Dicht is hij, gesloten. Ik kom er niet meer in hier. De boodschap is duidelijk. Als ik een stapje achteruit doe en door het voorraam naar binnen kijk, zie ik hem niet. 'Geen spoor. Misschien is hij naar boven of door de achterdeur vertrokken. De hond is er ook niet. Vast met hem mee naar buiten.'
Rustig wandel ik om het huis heen, open de poort en inspecteer via het achterraam of hij er echt niet is. De deur is los. Doodstil is het binnen. Het ruikt naar hond. Ze zijn aan het wandelen, nu weet ik het zeker. De hondenriem hangt niet aan het haakje.
'Verraders zijn het, alle twee', denk ik en vind wat ik zoek. Ik weet precies waar het staat. Bovenin het keukenkastje. De dop moet ik eerst indrukken, voordat ik 'm kan losdraaien. Zorgvuldig giet ik een scheutje in het water van de drinkbak en een paar druppels in de fluitketel. Dat moet genoeg zijn.
Buiten kom ik buurvrouw tegen en maak een praatje over het weer. Daarna wandel ook ik weg.

GESCHREVEN VOOR WOW, thema: 'uitschakelen'
http://aline21.web-log.nl/aline21

donderdag 15 april 2010

HAAR VAN HAAR

Met smaak eet ze van haar spaghetti. De lange witte slierten zijn gelardeerd met een bruinrode saus van tomaat, ui, knoflook en rul gebakken gehakt. Vlakbij haar slaan golven tegen de stenen en af en toe voelt ze spettertjes zeewater over haar voeten kietelen... De wind is westelijk vandaag...
Tegenover Lila zit hij, Dimitri, de God van Sifnos. De hele middag al zag ze hem rijden op zijn motor en ja, ze weet, hij heeft elke dag een ander liefje. Maar vandaag is hij van haar. Om te beginnen eten ze samen. Lila trakteert.
Ze neemt een slokje koude witte wijn, wipt haar sandalettes los en duwt haar voeten tegen die van hem. Hij heeft zijn loafers uit. Zijn lach wordt net even breder. Behendig draait Lila weer een torentje op haar lepel en stopt het in haar mond. Terwijl ze kauwt en kauwt kijkt hij hoe ze eet.
Dan voelt ze het ineens! Een haar! Er zit een haar in haar mond! Met haar tong probeert ze het ding weg te krijgen. Het lukt niet! 'Oh my God', denkt Lila, 'niet in paniek raken nu. Los dit elegant op.' Ze tuit haar lippen en pakt de haar tussen duim en wijsvinger. En trekt en trekt.... er komt geen eind aan! Verbaasd kijkt ze naar de pikzwarte haar van bijna een meter lang. En slikt met grote weerzin haar hap door....
Als Dimitri wenkt, komt ze onmiddellijk, de serveerster. Ze gaat vlakbij hem staan, duwt haar billen naar achter, haar zwangere buikje naar voren en zet haar handen in haar zij. Ijzig hoort ze zijn tirade aan, schudt haar pikzwarte lange haar naar achter zodat het in een vloeiende lijn tot over haar billen valt. Met Lila's halfgevulde bord in de hand loopt ze terug naar de keuken. Dimitri steekt een sigaret op en doet zijn loafers weer aan.

donderdag 8 april 2010

VERLANGEN

'China, Dali! Dali, China.' Als een mantra herhaalt Lila de woorden... met haar ogen dicht. Over een paar weken gaat ze! Ze vertrekt vanaf Amsterdam en na negen uur vliegen is ze in Being. Daar wacht ze een paar uur. Daarna vliegt ze naar Kung Min. En dan... daar, na die binnenlandse vlucht van vier uur, zal ze overstappen op de bus. Die brengt haar in zes uur naar Dali. Door de bergen, langs de rivier zal ze rijden. Steeds verder het binnenland in. Tot ze bijna bij Thailand is. Daar, aan de rand van een meer zo groot als half Nederland, ligt Dali. En in Dali , daar wacht hij. In een tempel. Daar ontvangt hij haar: Kenshi. De jongen die man werd. De man in het wit. De man met het halflange donkerblonde haar, zijn lijf gespierd als van een Puma door al het trainen. Wijs als een monnik is hij door meditatie en filosofie. 'China, Dali, Dali, China... Kenshi... ' Lila sluit haar ogen......

zaterdag 3 april 2010

PAASHAAS

Het is stil op het strand, ze is de enige, ziet Lila. 'Mooi, dan kan het wel even', mompelt ze en kleedt zich uit. Haar opgevouwen jurk verzwaart ze met een steen. Daarnaast plaatst ze haar hakjes. Haar bh en slipje doet ze in haar tas en ook die legt ze onder de boom.
Op haar gemak wandelt ze naar de branding, die vanwege de opkomende vloed wild en onstuimig is. 'Vannacht was het volle maan, dus het water stijgt snel en zal hoog komen', denkt Lila. Manmoedig wandelt ze door het ijskoude water tot het haar omsluit. Ze duikt onder. Als een meermin zwemt ze een stuk en juist als ze boven komt slaat een golf om. Genietend drijft ze mee om dan weer terug te zwemmen naar het diepe water. Ze heeft nog lang geen zin om er uit te gaan. Pas na een half uur drijft ze met de stroming naar het strand. Daar is het nog steeds leeg en stil. 'Mmm', denkt Lila, 'de kust is vrij, met recht,' en ze wandelt terug naar de boom waaronder haar spullen liggen. Net op tijd, want de vloed is op haar hoogtepunt, komt bijna tot de boom inmiddels. Dan ziet ze het! De steen is weg! Er ligt iets anders op haar jurkje. Een groot paasei ligt daar, prachtig versierd met een grote roze strik. Verbaasd kijkt Lila om zich heen. Het is nog steeds leeg en stil op het strand.

zondag 28 maart 2010

LILA BAKT TAART

Met een schok schiet Lila wakker! Wat hoort ze! Gespannen luistert ze naar de geluiden uit de slaapkamer van haar vader en moeder. Hun bed kraakt dat het een lieve lust is. 'Mmm', denkt Lila, 'ik geloof dat ze een feestje aan het bouwen zijn.'
Stil glijdt ze uit bed, schiet met haar voeten in haar sloffen en trippelt naar beneden. Daar weet ze een kast vol heerlijkheden. Verse eieren, room, suiker, gewelde vruchten, meel, roomboter en allerlei bakjes vol heerlijk geurend klein spul. Ze zet de oven alvast aan, klimt op de stoel en vindt in de kasten en lades wat ze zoekt: kommen, mixer, lepels, mesje, maatbeker en slagroomspuit. 'Laat mij maar mamma Lala, laat mij maar die taart maken, dat kan ik best wel,' denkt ze en gaat aan de slag. 'Wat zal pappa blij zijn', denkt Lila terwijl ze de taartbodem in de oven schuift. De geklopte room zet ze in de ijskast. 'Zo, een klein uurtje wachten en dan kan ik de taart versieren. Even slapen nog... '
Als haar moeder 's ochtends de keuken binnenkomt vindt ze Lila, slapend aan de keukentafel. In de oven staat de inmiddels afgekoelde taartbodem. 'Schatje, wakker worden, kom, dan maken we samen de taart af. Voor pappa.'

Geschreven ihkv het thema 'proberen' Writing on Wednesday WOW http://aline21.web-log.nl/aline21

vrijdag 26 maart 2010

SONOOR

Op de radio klinkt muziek, heel zachtjes. Rustig luidt de presentator elk nieuw nummer in. Zijn stem is prachtig, vindt Lila. Sonoor. Het doet haar soezen.
Ze schikt nog een kussen onder haar hoofd en roept de kat bij zich. 'Kom maar schatje, lekker bij me slapen. Kom!' Spinnend nestelt Snor zich tegen haar aan en Lila's ogen vallen al snel toe. Ze slaapt maar ook weer niet, vlakbij hoort ze de muziek! Dichtbij en toch ver, ver weg.
Ze droomt over de presentator. Hij zingt, speciaal voor haar, zwoel en langzaam, met veel lage tonen. Lila ademt dieper en dieper. Nu zakt ze helemaal weg.
Plotseling springt Snor van de bank en loopt naar de presentator. Ongegeneerd fleemt ze langs zijn benen. Teder aait hij over haar rug, fluistert iets en als hij daarna naar buiten loopt, wandelt ze met hem mee. 'Hé hé, dat is de bedoeling niet', roept Lila! 'Kom Snorrevrouwtje, kom... kom terug.'
Buiten gekomen ziet ze de twee heel in de verte. Met opgeheven staartje trippelt Snor naast de presentator. Samen verdwijnen ze achter de horizon. 'Hij heeft haar meegenomen! Nee', gilt Lila en schiet wakker.
Verstoord kijkt Snor op terwijl Lila rechtop gaat zitten. Behoedzaam zet ze het kleine ding op de vloer, stampvoet zo snel ze kan naar de radio en schopt 'm uit! 'Kom poes, kom maar, krijg je zoetemelk van het vrouwtje.'

zondag 21 maart 2010

TIKTAKKLIKKERDEKLAK

Tiktik taktak doen haar hakjes. 'Wat klinken ze toch mooi', denkt Lila. 'Heerlijk om ze weer te kunnen dragen. Okay, mijn laarzen maken ook geluid, iets van dakdakdikdikdakdik.... maar dit geluidje is veel.... uhm veel frêler, zo heerlijk lente-achtig. Ik ben blij dat ik nog een kwartier mag lopen.'
Als ze de straat oversteekt, voelt ze dat ze wordt bekeken. Ze zwaait haar haar naar achter, wiegt een heel klein beetje extra met haar heupen en hoort dat haar hakjes op de kinderkopjes net iets anders klikkerdeklakken. Een automobilist geeft uiting aan zijn bewondering, toetert voluit als hij optrekt. Lila glimlacht en loopt naar de bloemenstal. Ze ziet een prachtig boeket, roze gemengd met wit en zachtgeel. 'Dat zal ze mooi vinden, m'n oma', zegt ze tegen de verkoopster en rekent af.
En daar tikttakt Lila verder, op haar frêle lente-hakjes. Ze staan echt prachtig onder haar lentejurk.

vrijdag 19 maart 2010

TAXIRIT

'Wat een heerlijk weer, hè?' zegt ze. 'Ja', antwoordt hij, 'eigenlijk hebben wij behoefte aan storm en regen, wij!' 'Hè?', denkt ze, 'wat zegt hij nu? Oh, wil hij het over zijn vaderland hebben? De droogte daar? Pfff, geen zin in hoor, in verhalen over behoefte aan regen' en ze kijkt uit het raam. Buiten ziet ze Krokussen, Narcissen en roze bloesem.
De chauffeur naast Lila stuurt zwijgend verder en remt voor het stoplicht. Als ze stilstaan waagt ze opnieuw een kans. 'Pff, jarenlang wilden we sneeuw, mopperden we dat het nooit sneeuwde. Nou, deze winter hebben we genoeg sneeuw gehad voor de komende tien jaar. Iedereen is blij met de lente!' Glimlachend kijkt ze hem aan. Hij lacht terug, een scheef lachje. 'Ja, ja', zegt hij en trekt op. Hij brengt Lila en haar collega's naar de oostkant van de stad. Als ze er zijn, blijft hij wachten in de taxi.
Wanneer ze na een uur werkbezoek terugkeert naar de auto, schrikt hij wakker. 'Hé', lacht ze, 'lag je te mediteren?' Beschaamd kijkt hij haar aan. 'Nee, nee, ik was al om drie uur vannacht mijn bed uit, moest vroeg werken.' Lila gaat weer naast hem zitten. Ze laat de chauffeur met rust, praat niet meer. Als hij even later het groene licht niet opmerkt, tikt ze hem zachtjes op zijn arm. Buiten bloeien bloemen.

donderdag 18 maart 2010

APPELTAART

Tegenover me zit een Mongool, een vrouw. Ze oogt begin dertig, heeft slagen in haar korte donkerblonde haar en blozende wangen. Ze is op weg naar Amsterdam, net als ik.
Dromerig staart ze voor zich uit. Naast haar op de bank staat een plastic bak met doorzichtig deksel. Daaronder zie ik partjes appel, bestrooid met kaneel, een handvol krenten vermengd met kruim. Een appeltaart. Zelfgemaakt. Ze gaat op visite, dat is duidelijk.
Ik begluur haar via het raam. Ze blijft staren, langs mij heen, kijkt zonder te zien. Niemand vraagt haar de taart weg te halen, terwijl het vol stroomt met forenzen. Parmantig staat hij daar een zitplaats in te nemen.
Als we er zijn, staan we op en knopen onze jassen dicht. Even denk ik dat ze 'm vergeet, de appeltaart. Maar nee, als ze haar jas dicht heeft pakt ze hem met twee handen op en loopt er heel voorzichtig mee naar de uitgang.

zondag 14 maart 2010

KANTELMOMENT

'Pak die plant even, ja! Nee, die plant! Niet die bloemen!' Verward legt Lila de bloemen terug in het mandje achter de rugleuning en geeft de plant aan de vrouw. Die draait zich onmiddellijk om en rijdt een stukje naar voren. Ze gaat afrekenen. Dat duurt bij haar wat langer want ze moet het vanuit haar scootmobiel doen. Achter haar wacht Lila. Onderwijl belt de cassiere en direct rent een collega van haar naar de kassa. 'Zo', zegt de vrouw en duwt hem haar tas in zijn handen. 'Doe eerst maar de aardappelen, die moeten onderop. Daarna het brood. Kleine dingetjes bovenop.' Gelaten volgt hij haar orders op.
'Wacht, geef maar', biedt Lila aan, 'ik zet de tas wel achterop.' Terwijl de vrouw richting deur zoeft, hangt Lila de tas aan de kar. Vlak voordat ze de drempel bereikt, springt ze achterop. Door de opwaartse druk van de drempel en de plotselinge gewichtstoename achter, kantelt de kar. Achterover. Lenig als een kat springt Lila net op tijd weg en rent de deur uit. Ze hoort de vrouw krijsen, heel lang, zo te horen helpt niemand haar, helemaal niemand.

donderdag 11 maart 2010

BURLESK

'Ik ga!', roept oma vanuit de gang. 'Dag omie!', roept Lila terug, 'doe je wel je sjaal om?! En je hoed op?! Je warme bontmuts?! Er staat in de krant dat het nog koud is, het vriest!' 'Kan niet', roept oma, 'want het regent.' Lila kijkt naar buiten. 'Verhip, je hebt gelijk, het regent dat het giet!'
'Gelukkig heb ik mijn regenkapje ook in mijn tas, Lila my dear!' Na een minuut of wat slaat de deur dicht. En daar gaat oma, met haar nylon doekje om haar bruine bonten muts. 'Burlesk', mompelt Lila maar ze moet toch giechelen als ze haar oma zo over straat ziet lopen.

zaterdag 6 maart 2010

SKRIEBEL


Als meisje zeurde ze zodra de eerste lentezon scheen. Hoe koud het ook was, zij wilde zonder maillot buiten spelen. In kniekousen met een jurk erboven. 'Toe mam, toe! Het is toch voorjaar? Al mijn vriendinnen mogen al met kniekousen, zonder maillot.' 'Nee', zei haar moeder steevast. 'Kind, het is nog veel te koud. Drie graden boven nul. Bovendien heb jij geen spek op je benen, skriebel dat je d'r bent.'
Stampvoetend verdween ze dan weer naar buiten, naar haar vriendinnen, waarvan sommigen triomfantelijk rond renden in kniekousen. 'Mag je niet?' vroegen ze. 'Nee, mijn moeder zegt dat ik een skriebeltje ben.'

Deze lentedag is ze jarig. En de zon schijnt! En ze wordt 18, vanmiddag om drie uur is het zover. Op dat uur is ze geboren. Om kwart voor drie rent ze naar boven en kleedt zich om. Haar maillot en wollen jurk laat ze vallen daar waar ze ze uittrekt. De broderie jurk hangt al weken in de kast! Die heeft ze speciaal gekocht voor vandaag. Snel trekt ze hem aan. Haar voeten steekt ze in elegante sandaaltjes. Met de hoed van oma op verschijnt ze in de tuin, daar waar al haar vriendinnen wachten. Allemaal met blote benen onder een jurkje. 'Gefeliciteerd, Skriebel!' roepen ze in koor. Met je verjaardag en met je blote benen!