zaterdag 12 juni 2010

Dag Lente, Hallo Overgang

De lente raakt over, zomer en herfst liggen in het verschiet. Lila laat dit lenteblog achter, maar blogt echter onverdroten voort, onderwijl haar vapeurs wegwapperend. Je kunt haar vinden op http://venusvido.blogspot.com

HUILEN

Ze huilt. Maar niet echt. Ze speelt dat ze huilt. 'Dat doet ze goed', denk ik. 'Zo herinner ik me haar van toen. Toen het niet goed ging met haar en haar werk.' Huilend, echt huilend zat ze daar terwijl wij wachtten. Tussen het snikken door praatte ze. Voor haar verweer lieten we haar alle ruimte. 'Natuurlijk, van beide kanten was er iets niet goed gegaan, maar het initiatief lag bij jou', was onze boodschap. 'Dat hoort bij je werk. Je hebt teveel steken laten vallen. Het gaat gewoon niet goed.'
Ze moest eens weten hoe nerveus wij zelf van te voren waren, voor dat gesprek. Maar we hielden ons rustig aan tafel. Kalm. Zoals onze rol dat van ons verlangde. Alle ruimte was voor haar op dat moment. Daarna ging ze weg en kwam niet meer terug.
Klaarblijkelijk is ze een andere richting ingeslagen. Een kant waarvan we toen al dachten, dat hij beter bij haar paste dan het managen van een complex project. Ze is bedrijfsacteur geworden. Een schitterend vak! Bewonderend bekijk ik haar foto in het tijdschrift en bestudeer haar betraande gezicht, haar houding. 'Het huilen is haar niet vergaan', denk ik, 'het huilen is haar niet vergaan.'

donderdag 10 juni 2010

The Chinese Way

Ik voel het: ik moet! Vanochtend al stak het rechtsonder in mijn buik. Signalen die er niet om logen. Omdat ik andere dingen aan mijn hoofd had, negeerde ik ze, de steken, me onderwijl realiserend dat ik 's avonds pas weer tijd zou hebben. Daarna zat ik uren achtereen in de trein. De reis leidde me af, onderweg trok het landschap aan me voorbij. Een betoverend landschap. En ik had zoveel om over na te denken, ik had zoveel aan mijn hoofd.
Na de treinreis volgde het vliegveld. Daar bleek het een chaos! Vertragingen leidden ertoe dat honderden passagiers al uren wachtten. Een kakafonie van stemmen, omroepers, gezang en zelfs fluitspel trad ons tegemoet. We gingen zitten en ineens voelde ik het weer: ik moet. Geen ontkomen aan nu, zeker nu een wachttijd van enkele uren in het verschiet lag, gevolgd door een vliegreis van vier uur en een zoektocht in het midden van de nacht naar een hotel.

Onrustig loop ik door de hallen, op zoek naar rust. Weg van de drukte! Ik vind rust, sluit me op en dan... dan staat er ineens een groep vrouwen voor mijn deur. Ik zie hun hooggehakte kleine voetjes heen en weer stappen. Ze kletsen, lachen en onderwijl gaan ze ombeurten naast mij zitten. Slechts een bordkartonnen wandje scheidt ons. 'Laat maar', denk ik, sta zuchtend op, bekijk mijn benauwde gezicht in de spiegels en keer terug naar man en zoon.

Om half drie landen we. Onderweg slaap ik als een Roos. Redelijk uitgerust belanden we met behulp van een paar snelle stadsjongens in een hotel vlakbij het vliegveld. Een vreselijk duur hotel naar 's lands begrippen. We worden genaaid en we weten het maar ja, we zijn verreisd en we willen slapen. Om zeven uur moeten we weer weg.
Man en zoon gaan buiten even roken en dan ineens voel ik het weer: ik moet! Terwijl ik van alles los gord onderweg ren ik, ga zitten en dan.... dan lukt het niet. Na een beloftevol begin stagneert het. Zweet staat op mijn voorhoofd. 'Oh, my God', denk ik, 'moet ik hier nu de hele nacht zo blijven zitten? Forget it! How to handle?' En dan ineens weet ik het: The Chinese Way. Ik ontdoe me van schoenen en broek, hurk, zeg 'uuuuuhhh' en zie daar....
Rest mij slechts een laatste handeling: het netjes deponeren, daar waar het hoort....

zaterdag 5 juni 2010

AARDEN


Zodra de schemer invalt klap ik mijn boek dicht en sta op. 'Tijd om weer iets te doen, Lila!' De hele dag was het te warm om te werken. Tientallen planten en plantjes wachten echter op een plek in mijn tuin. Vanaf gistermiddag ben ik bezig geweest met inslaan. Roze, paars en wit bloeiende planten kocht ik, tassen vol sleepte ik mee op de fiets. Een vrolijk gezicht moet dat geweest zijn, mijn fietstassen uitpuilend van de bloemen en planten, de tas om mijn schouder evenzo!

Ik kijk om me heen en bedenk mijn werk-volgorde. Voordat ik ga planten, zal ik eerst onkruid moeten verwijderen. Hele bossen Zevenblad scheur ik uit de grond. 'Grrutsj, grrutsj', met genoegen trek ik er het leven uit. De tuin schreeuwt om aandacht, nou, dan krijgt ie aandacht! Na deze moordpartij ziet het er weer een stuk meer uit als …. als tuin. Dan ga ik planten. Met mijn handen wroet ik door de aarde in de borders en in de grote potten. Gooi arme grond in de Kliko en pik eerst piepkleine ontluikende plantjes uit de potten. Plantjes van vorig jaar zijn dat. Die geef ik een plek in verse aarde.

Als alle planten een plek hebben, vul ik de vijver bij met water. Eigenlijk staat het veel te vol met riet en Lisdoddes, zie ik. De Lelies vallen weg, blijven achter in de groei. Dus eigenlijk moet ik riet steken, maar daar heb ik nu geen zin meer in. 'Het is mooi geweest. Laat de Doddes eerst maar bloeien, daarna kunnen we steken', stel ik vast.

Rond half elf ben ik klaar. Op de tuintafel staat een nieuwe lantaarn. Ook die kocht ik vandaag. Ik ontsteek een kaars, schenk me een kop groene Chinese thee in en kijk mijn tuin door. Het is goed zo, weer. Het is weer goed. Ik ben weer terug op aarde.

woensdag 2 juni 2010

MEEGEVOERD

Verward kijk ik om me heen: waar is iedereen? Geen kip te bekennen op het perron, hoe kan dat nou? Waar is de trein? Ik kijk op de stationsklok en zie wat er aan de hand is: het is tien over acht in plaats van acht uur. De trein is al een paar minuten geleden vertrokken. Mijn horloge staat op achter! Wat dom, hoe heb ik dat nu kunnen doen en hoe komt het dat ik er geen erg in heb gehad.
Ik ga er maar bij zitten, pak mijn krant uit de tas en lees. Het boeit me niet, ik blader snel door naar het eind. Na een minuut of vijf arriveert de trein, ik stap in, ga zitten, berg de krant op en staar. 'Nou, dit is het dan', denk ik, 'daar gaan we weer. Boemelen tot aan CS, daar moet ik nu noodgedwongen overstappen op de tram want ik mis mijn aansluitende trein. Ik zal veel te laat komen.' Eigenlijk interesseert het me helemaal niks. Dit is niet belangrijk, voel ik, er is geen ruimte in mijn hoofd om hierover te piekeren.
En ik denk aan mijn zoon, zo ver weg. Voor hem is het nu middag. Ik zie hem voor me: hij loopt door de stad, tussen de mensen, alleen nu, zonder ons. Mijn ogen prikken, snel zet ik mijn zonnebril op, peuter een snoepje uit het rolletje en stop dat in mijn mond. Mijn ademhaling komt weer tot rust. Ik duw mijn rug tegen de leuning, plant mijn voeten op de vloer en adem in, adem uit. Adem in, adem uit.... kijk zonder te zien. Verstolen veeg ik een traan weg.
Op CS dwaal ik wat rond, wacht zonder nadenken op een trein die niet komt, net zolang totdat ik me realiseer dat ik iets niet goed doe. Rustig verlaat ik het perron, koop een kaartje, loop naar de trams, stap in en laat me meevoeren door de stad.

vrijdag 30 april 2010

CHINADALI

Lieve Illalila-lezers. De komende maand blog ik op http://ChinaDali.blogspot.com ChinaDali is een blog waarop ik samen met Ruut en Koen schrijf over ons verblijf in China maar vooral ook over de ontmoeting met mijn oudste zoon Kenshi Jop.

In juni kom ik hier weer terug.

zaterdag 24 april 2010

DEVOTIE

Vertederd kijkt Lila naar de jongens voor het altaar. 'Wat prachtig', denkt ze, 'wat een hemelse stemmetjes nog.' Haar neefje staat midden vooraan. Dat is vanwege zijn stem en ook omdat hij klein is. De grotere jongens hebben zwaardere stemmen. Die staan achteraan.
Ze probeert hem tussen de andere stemmen uit te horen. Het lukt haar niet. 'Ach, straks is zijn solo', denkt ze en ontspant. Haar blik verplaatst zich. Bloemen ziet ze, veel bloemen en kaarsen, grote kaarsen. En een beeld van Maria met het kindje Jezus... 'Wat kijkt ze liefdevol', denkt Lila. Vol aandacht bestudeert ze de gezichtsuitdrukking. Er verschijnt een moederlijke glimlach op Lila's gezicht. Zelf merkt ze het niet maar haar neefje ziet het wel. Hij ziet hoe ze kijkt en zet zijn solo in. 'Voor Lila', denkt hij.
Plotseling hoort ze het: hij zingt! Haar neef. Zijn solo. Pas dan realiseert ze zich dat ze minutenlang gestaard moet hebben naar Maria. Lila vangt nog net zijn blik voordat hij weer naar de dirigent van het koor kijkt. Ze kijkt naar hem, naar haar neefje. En weer verandert haar blik...